Franstalige opleiding


 

Frequently Asked Questions

Overzicht

1. Hoeveel werkuren mag een leerling opnemen in een overeenkomst alternerend leren?
2. Hoe kan je een leerling duaal tewerkstellen in schoolvakanties?
3. Wat met de leervergoeding?
4. Wat met het woon-werkverkeer?
5. Moet een leerling een medisch onderzoek ondergaan?
6. Wat als ik een overeenkomst wil stopzetten?
    6.1 Schorsing van de overeenkomst
          a. Regels inzake schorsing
              o Zonder bezoldiging
              o Met bezoldiging
          b. Verplichtingen van de onderneming
    6.2 Beëindiging van de overeenkomst
          a. Regels inzake opzegging
          b. Verplichtingen van de onderneming

 

Meer info kan je nalezen in het Vademecum van OFFA.

 


1. Hoeveel werkuren mag een leerling opnemen in een overeenkomst alternerend leren?

Het aantal uren die een leerling in zijn/haar alternerende overeenkomst opneemt, mag de vastgelegde weeklimiet van het desbetreffende paritair comité niet overschrijden. Hou er rekening mee dat ook de uren waarop de leerling naar school gaat, meetellen als weekuren.
Voorbeeld: In PC 311 mogen leerlingen maximum 36 uur werken. Indien een leerling met een alternerende overeenkomst 16 uur per week naar school gaat, mag deze leerling bijgevolg maximum 20 uur op de werkplek werken.

De leerling moet minimum 20 uur per week (gemiddeld op jaarbasis) op de werkplek opgeleid worden en mag enkel van 6 uur 's ochtends tot 20 uur 's avonds tewerkgesteld worden.

2. Hoe kan je een leerling duaal tewerkstellen in schoolvakanties?

De leerling kan tewerkgesteld worden tijdens schoolvakanties. Wanneer de opleiding in het centrum niet tijdens de schoolvakantie wordt georganiseerd, presteert de leerling zijn volledige wekelijkse rooster (38 uur) in de onderneming. 

! Wat wordt niet beschouwd als schoolvakantie: pedagogische studiedagen, de schorsing van de lessen in het onderwijs-/opleidingscentrum wegens afwezigheid van de lesgevers,… In deze gevallen moet de leerling dus niet naar de onderneming gaan, behalve wanneer de leerling / zijn wettelijke vertegenwoordiger daarover anders beslist. Indien zich dergelijke gebeurtenissen voordoen, blijft de bezoldiging van de leerling maandelijks en forfaitair.

De leerling moet wel, ongeacht zijn leeftijd, tussen 1 mei en 31 oktober vier onbetaalde weken vakantie nemen (min. 3 opeenvolgende weken), ongeacht het type van vakantie, en de werkgever moet hem die toekennen.

3. Wat met de leervergoeding?

De leerling krijgt een leervergoeding volgens het niveau waarin die zich bevindt tijdens de opleiding: A, B en C. De leervergoeding wordt berekend op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI), of revenu minimum mensuel moyen garanti (RMMMG) in het Frans. Dit werd vastgelegd op € 1.954,99, geïndexeerd op 1 december 2022. Iedere leerling start zijn/haar traject op niveau A. De overstap naar het volgende niveau gebeurt in overleg met de mentor volgens het opleidingstraject.

  • Niveau A: 17% van het GGMMI of € 332,35/maand.
  • Niveau B : 24 % van het GGMMI of  € 469,20/maand.
  • Niveau C : 32 % van het GGMMI of  € 625,60/maand.

4. Wat met het woon-werkverkeer?

De vervoersonkosten naar de werkplek zijn ten laste van de werkgever. De werkgever moet de leerling ingeven in DIMONA voor de start van het contract.

5. Moet een leerling een medisch onderzoek ondergaan?

Minderjarige leerlingen die in het kader van alternerend leren een opleiding volgen op de werkplek op basis van een OAO of een deeltijdse arbeidsovereenkomst moeten altijd voor de aanvang van de overeenkomst een gezondheidsbeoordeling ondergaan. De werkgever staat hiervoor in. Deze regels vinden hun grondslag in de federale regelgeving. Hiervan kan niet afgeweken worden. Dit betekent dat leerlingen pas met hun overeenkomst kunnen starten van zodra ze de voorafgaande gezondheidsbeoordeling achter de rug hebben.

6. Wat als ik een overeenkomst wil stopzetten?

Er wordt aangeraden dat de referentiepersoon de aanvraag van één of beide partijen snel en op tegenspraak onderzoekt. Daarnaast organiseert de referentiepersoon best de bemiddeling en noteert deze de conclusies daarvan.

Welke verplichtingen heeft de onderneming vóór de verbreking van de alternerende overeenkomst?

  • De referentiepersoon moet zo snel mogelijk geïnformeerd worden met het oog op een eventueel overleg.
  • De redenen van de eventuele verbreking van de overeenkomst moeten meegedeeld worden aan de leerling en de referentiepersoon.
  • De onderneming moet deelnemen aan een bemiddeling met de leerling, al dan niet in aanwezigheid van de referentiepersoon.

6.1 Schorsing van de overeenkomst

Hierbij gaat het om het geval waarbij de alternerende overeenkomst wordt behouden, maar de uitvoering ervan wordt opgeschort.

a. Regels inzake schorsing:

o Zonder bezoldiging:

  • 4 onbetaalde schoolvakantieweken.
  • In gezamenlijk overleg tussen de verschillende partijen (leerling, bedrijf en opleidingsoperator) om een contractbreuk te vermijden. Deze schorsing van de uitvoering van de overeenkomst wordt in dat geval gelijkgesteld met onbetaald verlof.

Voorbeeld: de leerling neemt deel aan een sportwedstrijd; om een verbreking te vermijden, komen de referentiepersoon en de onderneming overeen dat de leerling zijn prestaties niet uitvoert in de onderneming gedurende een beperkte periode in het kader van educatieve maatregelen (voltijdse opleiding in het centrum, tenlasteneming door externe tussenkomende partijen,…).

  • In geval van niet-naleving van de verplichtingen van de leerling. 

Voorbeeld: de uitvoering van de overeenkomst kan worden geschorst zonder de betaling van een bezoldiging omdat de jongere niet meer regelmatig naar de lessen in het onderwijs- /opleidingscentrum gaat, en dit zonder geldige reden

o Met bezoldiging:

  • Arbeidsongeschiktheid.
  • Moederschaps- of vaderschapsverlof.
  • Kort verzuim/omstandigheidsverlof.
  • Verlof om dwingende redenen: elke onvoorzienbare, los van de opleiding staande gebeurtenis die de dringende en noodzakelijke tussenkomst van de leerling vereist. Voorbeeld: ziekte of hospitalisatie van een persoon die met de leerling samenwoont, schade aan de woning van de leerling door een brand of een natuurramp of elke andere gebeurtenis die de onderneming en de leerling in onderling akkoord beschouwen als een dwingende reden.
  • Profylactisch verlof.
  • Overmacht: Het effect van deze overmacht mag slechts van tijdelijke aard zijn. Welke drie voorwaarden moeten zijn vervuld om van overmacht te kunnen spreken?
    • De gebeurtenis mag niet te wijten zijn aan de onderneming of de leerling.
    • De gebeurtenis moet ontsnappen aan elke normale verwachting.
    • De gebeurtenis moet een onoverkomelijke hindernis vormen voor de partij die ze inroep

      Voorbeelden: brand in de onderneming, in de woning van de leerling, …

b. Verplichtingen van de onderneming:

Vorm

  • Schriftelijk gericht aan de leerling en de opleidingsoperator.
  • Moet de gegevens van de leerling en de datums vermelden, evenals het aantal dagen dat de overeenkomst wordt geschorst en de rechtvaardiging van deze schorsing.

Doel:

Het voor de onderneming mogelijk maken om orde op zaken te stellen ten opzichte van de verplichtingen die ze niet of nog niet zou hebben nageleefd.

6.2 Beëindiging van de overeenkomst

a. Regels inzake opzegging:

  • Hoe lang duurt de opzeggingstermijn tijdens de proefperiode? 7 kalenderdagen
  • Hoe lang duurt de opzeggingstermijn buiten de proefperiode? 14 kalenderdagen
  • In welke gevallen wordt de opzeggingstermijn verlengd?

o    ziekte
o    arbeidsongeval
o    jaarlijkse vakantie
o    voorlopige hechtenis/werkstraffen
o    inhaalrustdagen

  • Moet de opzeggingstermijn verplicht worden gepresteerd? Neen 
  • De contracterende partijen kunnen een einde stellen aan de alternerende overeenkomst zonder opzeggingstermijn of met een gedeeltelijke opzeggingstermijn, op voorwaarde dat naast de bezoldiging van de leerling voor de prestaties een verbrekingsvergoeding wordt betaald die het deel van de opzeggingstermijn dekt die niet werd gepresteerd. De leerling kan eventueel onmiddellijk na de verbreking een nieuwe alternerende overeenkomst sluiten met een andere erkende onderneming.
  • Vorm van de opzegging? Kennisgeving via een schrijven dat via een deurwaarder of persoonlijk wordt afgegeven met een ontvangstbewijs, die uitwerking heeft de dag na de schriftelijke kennisgeving van de opzegging. Bij het ontbreken van een ontvangstbewijs, kennisgeving bij aangetekend schrijven, die ingaat de 3e werkdag na de verzending ervan.
  • Er is geen opzeggingstermijn wanneer de onderneming de alternerende overeenkomst verbreekt wegens niet-uitvoering van het opleidingsplan door de leerling.

b. Verplichtingen van de onderneming:

Het is belangrijk om eraan te herinneren dat de verbreking dient te worden meegedeeld.  Buiten de verbrekingsgevallen waarvoor de onderneming geen opzeggingstermijn moet meedelen, dient ze haar verplichtingen inzake de opzegging na te leven.

  • De rekening van de leerling vereffenen betreffende zijn bezoldiging en de terugbetaling van zijn verplaatsingskosten (zie vademecum OFFA - fiche 13 verplaatsingskosten) tot op de dag van de verbreking van de overeenkomst.
  • Aan de RSZ de datum van de beëindiging van de alternerende overeenkomst meedelen door een DIMONA uit dienst in te dienen.
  • Het tewerkstellingsattest bezorgen (document met de begin- en einddatum van de alternerende overeenkomst)
  • Indien nodig de voor de alternerende leerling nuttige sociale documenten bezorgen (individuele afrekening van de leerling, vakantieattesten, fiscale attesten, formulier voor de kinderbijslag), evenals eventueel een C4 (formulier van de RVA) op vraag van de leerling.

 

Meer info kan je nalezen in het Vademecum van OFFA.